De masterclass ‘Psychologie van organisatieverandering’ gaat in op vraagstukken rondom verandering die zich afspelen op microniveau. Daarbij valt te denken aan: op welke wijze verwerken mensen informatie?, Welke rol speelt communicatie daarbij?, Welke verband is er met weerbaarheid en weerbarstigheid? Welke invloed heeft (sociale) perceptie op het gedrag? Wat zijn de bestaande psychologische theorieën en op welke wijze dragen deze bij aan het doorgronden van de dagelijkse veranderpraktijk? En wat betekent dit bijvoorbeeld voor het beïnvloeden van de bestaande organisatiecultuur?
Waarom mensen niet doen wat ze zeggen als ze willen veranderen, terwijl ze weten dat het goed voor hen is.
Het boek ‘Immunity for change’ van Kegan and Lahey (2001), gaat in op deze thematiek en maakt duidelijk waarom het gedrag van mensen in dergelijke gevallen niet altijd als weerstand beschouwd hoeft te worden.
Van alles over psychologische verandercurves
Arthur Schopenhauer was in 1851 een van de eerste die beschreef wat er gebeurd als je iemand confronteert met een nieuwe waarheid. Het proces dat hij beschrijft bestaat uit grofweg drie fasen.
Kurt Lewin, de grondlegger van de hedendaagse Westerse opvattingen over veranderkunde, beschrijft een soortgelijk proces. Zijn beschrijving kent ook drie stadia.
Latere wetenschappers die zich verdiepte in deze materie kwamen uit op een proces dat uit meerdere stadia bestaat. Het meest bekende model dat we vanuit de klinische psychologie kennen is dat van Elisabeth Kübler Ross.
Een meer hedendaagse onderzoeker, James Prochaska publiceerde in 1992 een van zijn eerste publicaties over het metaonderzoek dat hij deed naar het proces wat mensen doorlopen als ze overwegen te stoppen met een bepaalde verslaving. In zijn procesbeschrijving komt hij ook tot meerdere stadia. Voorbeelden van twee van deze stadia zijn:
Fase 1 Precontemplation (Vooroverwegingen)
“It isn’t that I can’t see the solution. It is clear that I can’t see the problem.”
In deze fase zien we de oplossing, maar we zien het probleem niet. Het is duidelijk dat er verandert moet worden, maar dat geldt voor anderen, niet voor mij. Ik heb geen probleem en hoe voorkom ik dat anderen mij een probleem aanpraten? Gemiddeld binnen 6 maanden. Vraag desbetreffende personen naar het gevoel wat ze bij een bepaald onderwerp hebben. Probeer ze eigenaar te maken van dat gevoel = probleemeigenaar.
Fase 2 Contemplation (bewustwording)
“I want to stop the feeling so stuck.”
Ik wil dat het gevoel dat ik vast zit weggaat. Ok we zijn probleemeigenaar, wat is eigenlijk het probleem? Ik weet wat het doel is en ook de weg daarnaar toe, maar ik ben nog niet zover dat ik er ook echt aan ga beginnen. Zodra mensen in deze fase beginnen te denken in termen van de oplossing in plaats van het probleem, gaan ze van zelf ook meer denken in termen van de toekomst dan in het verleden p.43.Sommigen kunnen hier 2 jaar in blijven hangen.
Klik hier voor enkele persoonlijke reflecties over al deze modellen